Wat doet de gemeente tegen bodemdaling?
In de gemeente Woerden gebeurt al een hele hoop! Bij iedere ontwikkeling kijken we naar de samenstelling van de grond. Als blijkt dat de bodem niet sterk genoeg is, doen we onderzoek naar wat de beste techniek is.
Een techniek die lang meegaat, zodat we zo min mogelijk uw straat open hoeven te maken. Gebruikte technieken zijn bijvoorbeeld:
- Een laag piepschuim onder de weg
- Een betonconstructie, zoals in de Kanis
Restzettingseis
De gemeente werkt met een afgesproken restzettingseis. Een restzettingseis geeft aan hoeveel centimeter de grond maximaal nog mag zakken in een afgesproken periode als de grond gestort is. Ontwikkelaars en aannemers moeten zich daarom houden aan een restzettingseis. Om hier aan te voldoen moet je anders bouwen of lichtgewicht technieken gebruiken.
Onderzoek lichte ophoogmaterialen
Beheer en onderhoud van infrastructuur op een slappe bodem is 2 keer zo duur als op vaste grond, zoals klei en zand. Deze kosten kunnen we beperken door het toepassen van de juiste lichtgewicht ophoogtechnieken.
Binnen het project Uitbreiding Monitoring Proefvakken zijn in 7 verschillende gemeenten 12 proefvakken gemaakt. Ieder proefvak is aangelegd met lichtgewicht ophoogmaterialen. Voorbeelden van toegepaste lichtgewicht ophoogmaterialen zijn schuimglas, wilgentenen, EPS (piepschuim) en lavastenen. In alle proefvakken gebruikt men verschillende meetinstrumenten. Hiermee monitoren gemeenten de zetting en het gedrag van het lichtgewicht ophoogmateriaal te monitoren.
Hiermee ontstaat een stevige wetenschappelijke basis voor de toepassing van lichtgewicht ophoogtechnieken. En krijgen we gegevens waarmee de bestaande zettingsmodellen nauwkeuriger worden. Daarmee kunnen wij, en andere gemeenten, straks met goede argumenten keuzes maken voor innovatieve ophoogtechnieken. Met als uiteindelijk resultaat het zorgen voor een verzorgde openbare ruimte met minder (kosten van) beheer en onderhoud.
Het project Uitbreiding en Monitoring Proefvakken was onderdeel van de Regio Deal Bodemdaling Groene Hart. De Regiodeal Bodemdaling Groene Hart liep in 2024 af. De kennis die is verkregen, vindt u terug bij het Kenniscentrum Bodemdaling & Funderingen.
Onderzoek drijvend bouwen
De gemeente heeft onderzoek gedaan naar drijvend bouwen in veenweidegebied. De resultaten van dit onderzoek staan in het rapport 'Veenetië - Een onderzoek naar de haalbaarheid van drijvend bouwen in veenweidegebied'.
Expositie ‘Bodemdaling in het Groene Hart (Mobiel Informatiecentrum)
De gemeente vindt het belangrijk dat inwoners en bedrijven weten dat bodemdaling voor problemen zorgt. De expositie ‘Bodemdaling in het Groene Hart’ is een tiny house dat de geschiedenis, het nu en de toekomst van bodemdaling zicht- en tastbaar maakt. Het informatiecentrum wordt ook wel het Natte Teelthuisje genoemd. Het Natte Teelthuisje dankt zijn naam aan de materialen Lisdodde en zwarte Els, waar het huisje deels van is gemaakt. Lisdodde en zwarte Els zijn gewassen die goed groeien op de natte veenbodem en in de toekomst in veenweidegebied verbouwd zouden kunnen worden.
De expositie geeft bezoekers op een speelse en visuele manier informatie over bodemdaling in het Groene Hart. Denk aan de gevolgen van bodemdaling en maatregelen om beter om te gaan met bodemdaling. De expositie heeft sinds 2024 een vaste standplaats bij het Veenweide Informatie Centrum.