Archeologisch onderzoek

Als u gaat bouwen of verbouwen kunt u resten uit het verleden in de grond vinden. De gemeente beslist of en hoe u onderzoek naar deze resten moet doen. U moet dan eerst een onderzoek door archeologen laten doen voor u een omgevingsvergunning krijgt. 

Wanneer onderzoek doen?

Of archeologisch onderzoek verplicht is, hangt af van de plek en van de plannen. 

  • Hoe groot de kans op archeologische resten in de bodem is, verschilt per plek. Als de kans groot is, dan moet er eerder archeologisch onderzoek gedaan worden. U kunt de archeologische verwachting bekijken op deze kaart.
  • Of u archeologisch onderzoek moet uitvoeren hangt ook af van uw plannen. In het Archeologiebeleid van de gemeente ziet u wanneer archeologisch onderzoek verplicht is.

Archeologisch onderzoek moet uitgevoerd worden door een gecertificeerd archeologisch bedrijf. Het bedrijf moet voldoen aan de regels van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA). Zie: Gecertificeerde bedrijven | Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer (SIKB) 

Procedure

Wilt u gaan bouwen of graven op een plek waar we een archeologische vindplaats verwachten? Dan kan het zijn dat u een omgevingsvergunning nodig heeft.

  • Via het Omgevingsloket kunt u zien of u een vergunning nodig heeft voor de werkzaamheden die u wilt uitvoeren.

Wanneer u een vergunningsaanvraag indient, toetsen wij de werkzaamheden aan het omgevingsplan. Wij hebben daarvoor nodig:

  • Een tekening met de geplande werkzaamheden op en in de grond. Denk aan funderingen, kabels en leidingen en heipalen.
  • De oppervlakte en de diepte beneden maaiveld van de werkzaamheden moeten hierop staan.

Kosten

U betaalt de kosten voor het archeologisch onderzoek en advies.

Archeologische vindplaatsen behouden

Sommige archeologische vindplaatsen zijn zo bijzonder dat we ze voor altijd willen behouden. Dat geldt bijvoorbeeld voor het Romeinse fort (Castellum) onder de binnenstad van Woerden. Deze vindplaats is in 2021 aangewezen als UNESCO Werelderfgoed. Op deze plek mogen geen bodemingrepen worden uitgevoerd die het werelderfgoed kunnen aantasten.

Maar ook iets minder belangrijke vindplaatsen zijn vaak belangrijk genoeg om te behouden. Het liefst doen we dat op de plek zelf in de grond. Dat kan betekenen dat een plan zodanig aangepast moet worden dat de vindplaats niet aangetast wordt. Maar er kan ook voor worden gekozen om de vindplaats op te graven. Zo blijven de vondsten en sporen behouden via de documentatie van de opgraving. Nadat de opgraving is uitgevoerd zit er niets meer in de grond en kunnen bouwplannen ongehinderd doorgaan.

Wilt u hier meer over weten? Zie: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) | Archeologievriendelijk bouwen

Meer informatie